De vermoeidheid begon er in te hakken; elke dag vroeg op, lange visdagen maken en laat naar bed.
Vandaag nog een laatste Iers ontbijt, alles een beetje opmaken, je weet wel; cola, sigaretje, koffie, dan een grote boodschap. En we hadden gisteren de nodige weersinformatie van thuis en tv en Ferdinand gehad, en weer gingen ze tegen kaptein Haddock in; Duizend Bommen en Granaten; weer geen Holy Island en ik had er vandaag de laatste dag zo graag nog eens naar toe gegaan. Als er ergens goede vette snoek te vangen is, dan is het daar wel (of is dit weer bijgeloof), maar daar zullen we nu wel niet meer achter komen. De gedachte aan Holy Island zal nog wel een keer terug komen vandaag denk ik. We gingen eerst maar eens de dichtstbijzijnde stekken afwerpen. We draaiden de boel maar eens om en begonnen gewoon bij de eerste stek. Er waren gisteren ineens een hoop nieuwe gasten gekomen, zowel bij Herman als bij Ferdinand. Een gast van Herman ving gisteren ook een sleep-snoek. Ik riep nog: " Hé Molenaar", maar achteraf zag ik dat Herman niet in de boot zat. Ook dacht ik dat de gast misschien wel dacht dat ik keihard riep: "Hé Moordenaar!" We hadden vandaag behoorlijk problemen met het vangen van snoek. Op de tweede werpstek ving ik als eerste een snoekje van 54 cm en die mocht in de pan. Ook kreeg ik hier nog een flinke dreun op de hengel en dit was geen misselijke vis. Maar ja, dit blijft gissen. Het voelde goed aan, maar weg is pech.
We deden nog wat stekken aan en daarna gingen we slepen. Holy Island bleef in mijn hoofd spoken en ik begon er hardop over te denken. Jos zei steeds: "Geen denken aan!", maar ik vond de wind wel meevallen.
Jos werd het zo zat, dat hardop denken van mij en zei: "Als je het dan zeker wilt weten, bel Ferdinand dan maar op." Ik heb altijd zoiets van: het weer kan altijd veranderen, en in Ierland ook binnen vijf minuten!
Ik trok de stoute schoenen aan en belde Ferdinand. Die nam de moeite en keek de weersverwachting nog even na en zou een sms'je sturen hoe of wat. Het sms'je vertelde dat het weer pas rond 16.00 uur beter zou worden, dus afnemende wind. Duizend Bommem en Granaten, de weergoden waren me tegen (die stammen toch uit de tijd van de Vikingers en Noormannen??) We gingen maar weer slepen, ik moest proberen Jos nog een snoek of twee te laten vangen. En als ik er zelf nog twee zou vangen, dan hebben we dit seizoen 20 snoeken in de boot weten te brengen op Lough Derg, er zit dus progressie in. Tijdens het slepen kwam ik al weer richting de voorlaatste werpstek en daar waren al heel lange tijd een paar gasten van Ferdinand bezig (zeker een uurtje of anderhalf). We sleepten verder en ik probeerde toch nog een stek meer richting Holy Island te bevaren en zo konden we ook mooi kijken (ik wilde dat) of we toch eventueel naar Holy Island konden (tenzij Jos zou gaat muiten en het roer zou overnemen). Maar tijdens de toch naar de stek kregen we behoorlijk de wind van voren (niet van Jos hoor). De wind was hier behoorlijk fel, zeker windkracht 6 en misschien wel meer. Dikke schuimkoppen op de golven en ik wilde nog om een eilandje varen, maar een stuk verder besloot ik als een goed kapitein om het roer om te gooien en terug te gaan. Jos juichte dit toe, de wind
was te fel (ik moet alles altijd eerst zien en dan geloven). Kapitein Haddock had het nu zelf
ondervonden en we besloten: we gaan terug. Jansen van Jansen en Jansen stak een sigaret op en ik mijn pijp uh sigaret!! We gingen richting de stek waar de nieuwe gasten van Herman waren. Die lagen hier nu zeker al twee en een half uur. Wij besloten hier ook maar wat te werpen, de stek is er groot genoeg voor.
Dit deden we op zo'n manier dat we elkaar totaal niet in het vaarwater lagen en niet eens bij elkaar in de buurt kwamen, dat geeft alleen maar onmin.
Na een uurtje zochten we een andere stek op. De twee Sassenheimers/Pappenheimers/Eigenheimers bleven achter, maar wij zochten weer het ruime sop op naar een misschien wel betere stek. Hier deden we de nodige driften. Drift na drift, maar geen snoek met ook maar een enkele graat te vinden. Op naar Kikkereiland, hier waren mooie stukken met waterplanten, hier moest toch nog wel een snoekje te vangen zijn. Ook hier deden we weer de nodige driften, maar het enige dat ik had was een volger van of een redelijke baars of een te kleine snoek. We hadden nog een bepaalde stek voor ogen en dat was een trailer helling, die gaf Ferdinand nog op als redelijke stek. Op weg dus naar de trailer-helling, de zeilen werden gehesen en de mortor gestart!! Onderweg zag ik de Pappenheimers in de verte werpen op de route van de trailer-helling. Zij zijn ons ondertussen dus al ergens gepasseerd. (de (Pappenheimers zijn niet de Sassenheimers van eerder in het verhaal, maar ze zijn ook raar). Toen we de driftplek tot zo'n 150 meter waren genaderd, begon één van de rare Pappenheimers als een speer de driftzak binnen te halen. Ze startten de motor al en vaarden met de driftzak nog half in het water al weg. Vlug bleef ik varen naar de trailer-helling, ik had hun spelletje door.
Ik gaf ook maar weer gas bij en zij dus ook weer. Dit waren dus echt rare Pappenheimers, bang dat ik eerder op de stek zou zijn of zo. Onze boot is sneller, alleen onze afstand naar de trailer-helling is in verhouding groter.
Alle zeilen worden bijgezet en we arriveerden bijna gelijktijdig. Jos en ik namen de beste plaats in, wij lieten ons niet kisten. " Duizend Bommen en Granaten!!!" Wij deden hier enkele drften. Ik kreeg zowaar een volger tot aan de boot, de eerste van de zes dagen vissen zo dicht bij de boot. Hierna was Jos aan de beurt. Die verzilverde nog een snoekje van ook 54 cm, net als ik in de ochtend. Nu nog proberen nummer 20 te vangen. We deden nog een drift. De 'Rare Pappenheimers" hielden het voor gezien. Op de een of andere manier hadden ze er de pest in en ze kruisen zo door onze af te werpen stek. "Duizend Bommen en Granaten". Ik bleef werpen. Dit was tegen de snoekregels in, dit doe je niet onder elkaar. Dat vlug naar onze stek gaan in volle vaart kon ik nog hebben, maar niet tijdens het werpen er lekker doorheen varen. Ik riep naar Jos: "Enteren die boot en we begonnen gewoon door te werpen richting de boot. We zouden ze krijgen. ''Duizend Bommen en Granaten." Ik riep ze nog toe: "Ga je lekker, stelletje Pappenheimers?'' "Sorry, sorry',' ze wisten donders goed waar ze mee bezig waren. Misschien dat ik morgenochtend suiker in hun benzine gooi (maar helaas, zo zijn we nou ook weer niet)!!
Het was mooi geweest voor deze laatste dag. Ik deed nog een laatste worp, maar toen hielden Jos en ik het voor gezien. We gingen naar het huisje, we hadden nog een hoop te doen; inpakken en de boel een beetje opruimen, terwijl Ferdinand ook nog moest worden betaald. We moesten nog dineren vandaag, dus maar eens een keertje iets ander op het menu dan Sheesh Kebab met alleen Chickenwings. Ferdinand had ons dit jaar aardig wat dingen bijgebracht. Ook tot op het laatste moment vertelde hij dingen die goed van pas kunnen komen voor volgend jaar. We komen zeker terug, misschien al in april of mei 2013, dit ligt er aan hoe we de vakantiedagen kunnen plannen.
De terugtocht de volgende dag verliep prima. Alles ging netjes op tijd, we hadden tijd zat om te eten, boodschapjes te doen en te dineren is een keer wat anders. Jos nam Fish and Chips en ik nam lasagne en chips (schijnt een doodgewone Ierse maaltijd te zijn heb ik achteraf gelezen) en cola natuurlijk!!!
Op naar de volgende avonturen!!!!!
Hier komen nog wel wat filmpjes bij tzt, net als bij het vorige verslagje over visdag 5